to GIBRALTAR.reismee.nl

Dag 21.2 Malaga-Gibraltar-Malaga

Het Verenigd Koninkrijk hoeft niet te vrezen dat een buitenlands fietsleger hun overzees gebiedsdeel Gibraltar zal veroveren. Zeker niet als dat leger besluit vanaf Malaga langs de kust op te rukken. Wij waren dat leger vandaag.
Onze missie blijkt hopeloos te zijn.
We ploeteren meer dan vijf uur over onverharde wegen met een rijke verzameling aan steenslag in vele tinten grijs van verblindend wit tot diep zwart, mooi aangelegde houten wandelpaden, voetgangersgebieden waar het lastig is de schaarsgeklede pensionado's te ontwijken, fietspaden van rose beton parallel aan het strand die na 500 meter eindigden in een perfect vierkant, fietspaden die kronkelend rond parkeerplaatsen, snelwegen en plantsoenen ons van de wijs proberen te brengen, fietspaden die abrupt ophouden voordat ze goed en wel begonnen zijn en stalen bruggen met steile hellingbanen over 6-baans autowegen. Maar het zijn vooral de smalle betonnen stroken achter de vangrail van de A7 die de boosdoeners zijn en ons einde inluiden. Het verkeer komt ons met hoge snelheid tegemoet. Alleen de lage afscheiding beschermt ons. Het pad bestaat uit betonplaten, gescheurd, deels verzakt en vol met gaten. In het midden lantaarnpalen die net genoeg ruimte vrijlaten om niet in de diepe goten langs de weg te vallen. Niet alleen het wegdek vraagt alle aandacht, we moeten ook uitkijken dat we niet tegen de onderkant van de verkeersborden stoten met onze helmen.
Fietsen over de snelweg zien we niet als optie. Vrachtwagencombinaties, bussen, personenauto's en motoren vormen een constant voortrazend lint. Er is geen vluchtstrook en de vangrail die ons nu beschermt zou wel eens een fataal vangnet kunnen worden. Dat de rijweg verboden is voor fietsers maakt op ons nog de minste indruk.
We hebben in 5,5 uur slechts 58 km afgelegd, inclusief de omwegen. Borden langs de kant van de weg geven de werkelijke afstand tot vertrekplaats Malaga aan: 44 km. Op deze manier zullen we niet voor het donker in Gibraltar aankomen.
Als de betonstrook verandert in grind besluiten we onze directeur sportief op te roepen.
De weerstand is gebroken.
De dappere strijders geven zich over aan de Spaanse infrastructuur.
We besluiten tot een tweede 'verplaatsing wegens overmacht'. Als we op enige afstand het beroemde silhouet zien worden de fietsen uit de ploegleiderswagen getild en rijden we naar het einde van Europa.
De champagne sprankelt.
Wij glunderen en Kor kijkt tevreden toe.
In totaal hebben we 2702 km afgelegd: twee kilometer meer dan dat we vooraf hebben berekend. Het enige dat we nu nog willen is een foto met de rots van Gibraltar op de achtergrond. Daarom en alleen daarom hebben we de afstand afgelegd. Vragen over goede doelen wimpelen we eenvoudig af met 'we did it just for the fun of it'.
Als we later op de avond de VW-bus in de parkeergarage zetten vraagt de hoteleigenaar, zelf een enthousiast fietser, wat we gedaan hebben vandaag. Hij kijkt ons ongelovig aan als we zeggen dat we naar Gibraltar zijn gefietst.
Dan schudt hij zijn hoofd en zegt dat dat van hieraf onmogelijk is.

Dag 21.1 Malaga-Gibraltar

We hebben onze bestemming bereikt vandaag!

Alvast een paar foto's.

Lees morgen : Dag 21.2 voor het bloedstollende verhaal van de laatste etappe!

Dag 20 Granada-Malaga

Na een etappe van krap 140 km waarin een fantastische 10 km lange afdaling naar zeeniveau zitten we op het dakterras van Soho Bahia in Malaga, een boutique hotel. Het beloofde uitzicht op de Middelandse Zee is er. Het is als een postzegel op een volgeschreven ansichtkaart.
We zijn één etappe verwijderd van Gibraltar. Maar we zijn op deze plek ook ver verwijderd van Spanje. Geen tapas bij het bier. Engels is de voertaal.
Lounge banken, hippe typografie en muziek waar onder elk nummer een beat is geplakt die alles gelijktrekt. Elke zanger of zangeres wordt ondergeschikt gemaakt aan de producer. Adèle komt langs, maar het duurt even voordat je in de gaten hebt dat ze een passant is in de doorlopende stroom re-mixes.
Over het hotel verder niets dan goeds. Gelukkig, want we zullen hier een paar nachten blijven ter afsluiting van onze tocht.
We hebben nu bijna drie weken dagelijks gefietst. We hebben nergens anders tijd voor gehad, Het bekende patroon: fietsen, eten, slapen. Boeken bleven grotendeels in de tas. De muziek op de iPads, iPhones en Samsungs bleef nagenoeg onbeluisterd. Ook onderweg pikten we nauwelijks wat op van wat er uit de luidsprekers in hotellobbies en restaurants kwam. Meestal staat de TV aan.
Van het culturele klimaat van Gibraltar weten we weinig tot niets.
Tijdens onze speurtocht vinden we 3 teksten.

Te beginnen bij een lollig rijmpje:

The Maid of Gibraltar

There once was this maid in Gibraltar
who was proud of the breasts in her halter-
so she flashed them around
to the boys of the town
who all took her to bed, not the Altar
(John F McCullagh, 2013)


Vervolgens Nick Cave die een rotsvast vertrouwen in zijn liefde lijkt te hebben, maar toch aan het twijfelen slaat:

Rock Of Gibraltar

Let me say this to you
I'll be steadfast and true
And my love will never falter

The sea would crash about us
The waves would lash about us
I'll be your Rock of Gibraltar

Sometimes it's hard
And we're both caught off guard
But there's nothing I would ever alter

The wind could howl round our ears
For the next thousand years
I'd still be your Rock of Gibraltar

The best thing I done
Was to make you the one
Who I'd walk with down to the altar

You'd stand by me
And together we'd be
That great, steady Rock of Gibraltar

Under the big yellow moon
On our honeymoon
I took you on a trip to Malta

And all through the night
You held me so tight
Your great, steady Rock of Gibraltar

Could the powers that be
Ever foresee
That things could so utterly alter?

All the plans that we laid
Could soon be betrayed
Betrayed like the Rock of Gibraltar
(Nick Cave, 2003)

En ter afsluiting een somber vers.

Off Gibraltar

Beyond the sleepy hills of Spain,
The sun goes down in yellow mist,
The sky is fresh with dewy stars
Above a sea of amethyst.

Yet in the city of my love
High noon burns all the heavens bare—
For him the happiness of light,
For me a delicate despair
(Sara Teasdale 1884 - 1933)

We zijn benieuwd naar wat Gibraltar ons brengt.

Dag 19 Cazorla-Granada

Klein leed: het begint ermee vanochtend dat de etappe van 117 kilometer door een verkeerde keuze van wegen in het GPS bestand ineens 140 km blijkt te gaan worden.
Vervolgens zijn de klimmen heftiger dan verwacht, maar dat kun je nog zien als het spel tussen berg en fietser. Dat de wind die aanvankelijk van achter lijkt te komen zich per bocht bedenkt hoe hij ons het beste kan tegenzitten ervaren we als puur spelbederf. Geen scheidsrechter in de buurt natuurlijk. Alleen wat loslopende honden en wat onduidelijk vee.
Op afdalingen waar je normaal gesproken zonder de benen te bewegen met 40+ naar beneden kunt rijden moeten we nu met alle macht trappend ons best doen om 30 kilometer per uur halen.
De omgeving waarin we rijden is weer prachtig, het uitzicht op de Sierra Nevada soms spectaculair en de dorpen waar we doorheen fietsen lijken al eeuwen te slapen.
Als we bij een Repsol benzine station vragen om blikjes Vichy Catalan (Spa rood) reageert de man (deels gespeeld) beledigd en zegt dat we hier in Spanje zijn en niet in Catalunya.
Uiteindelijk zien we in de verte Granada duidelijk voor ons. Een uitgebreid netwerk van autowegen omringt de stad. Voor fietsers lijkt het een onbereikbaar doel. Een aantal keren blijkt de ingeslagen weg doodlopend. Als de eerste druppels vallen krijgen we hulp van een vriendelijke mountainbiker en passeren we veel later dan gedacht en gehoopt de stadsgrens.
Toen we Spanje inreden een dag of 10 geleden zagen we op de weerberichten temperaturen van boven de 40 graden in Granada. We vreesden de stad. Maar vandaag regent het en zijn de straten spekglad vanwege de olie op het zwarte asfalt en op de vele geschilderde belijningen voor bus, taxi en oversteekplaatsen. Remmen weigeren dienst. Stapsvoets rijden we van stoplicht naar stoplicht. De kathedraal, waar we ons op zouden moeten oriënteren, houdt zich, ondanks zijn forse afmetingen, knap verscholen.
Maarten en Ad raken nog verder van het pad dan Frans en komen driekwartier na hem koud en doorweekt aan in het hotel. We hebben 154 km op de tellers staan.


Dag 18 Puente de Génave-Cazorla

De vragen van vandaag.

1 (foto 1+2).
Hoeveel olijven heeft de wereld nodig?
Het is een relatief korte rit vandaag (eindelijk eens onder de 100 kilometer, een halve rustdag in feite). Maar de gedurende 77 kilometer rijden we door de olijfboomgaarden en dat gaat waarschijnlijk nog een paar dagen zo door. Ik laat me vertellen (door Kor weliswaar, maar toch) dat er wereldwijd een enorme overvloed aan olijven is. Men weet van gekkigheid niet wat ze er van moeten maken (biobrandstof?). Je wordt er heel moe en moedeloos van om te bedenken dat al die honderdduizenden bomen leeggehaald moeten worden.
2 (foto 3).
Waarom zo steil?
Het is te begrijpen dat vroeger sommige steden beter hoog op een berg konden liggen. Maar waarom moet de weg zo steil zijn. Met een beetje snugger rekenen zou de hindernis voor de vijand en het gemak van de bewoners wat meer in het voordeel van de bewoners kunnen uitvallen. Wij moeten de laatste kilometers een steigingspercentage van 11-12% overwinnen om bij het hotel te komen, dat gelukkig aan het begin van het stadje ligt. Het blijkt later, na de siësta, te voet niet veel beter te worden als we naar de pleinen op zoek gaan. Arme bewoners van Carzorla.
3 (foto 4)
Waarom krijg je in Nederland geen tapas bij je bier?
Een prachtige gewoonte: je bestelt een glas (of een paar glazen) bier en je krijgt er een halve maaltijd gratis bij. Als je bier bij je eten bestelt ben je veel slechter uit. Dan betaal je voor beiden.
4 (foto 5).
Is dit kunst?
Een zorgvuldig gemaakt schilderij van Cazorla met daarop een metalen (gelast blik) beschilderde sculptuur van het kasteel siert de muur van het cafégedeelte van ons hotel. Een waar meesterwerk.
De decoraties van de receptie en de gangen (foto 6+7) zijn ook wonderschoon, maar toch van een andere orde.
5 (foto 8,9+10)
De stier of de toreador?
Een paar honderd meter van elkaar hangen twee affiches die stierengevechten aankondigen in 2 verschillende steden. Op het ene plakkaat staan 6 stieren afgebeeld die afgeslacht zullen gaan worden. Op het andere 3 toreadors die dat zullen gaan doen. Wat is de gedachte achter deze keuze voor hoofdrolspelers? Heeft in het ene geval de stier meer kans als overwinnaar uit de strijd te komen? Zijn ze in Villacarillo stiervriendelijker dan in Cazorla, of juist niet? Zijn de stieren daar bekender dan de toreadors of waren de toreadors niet op tijd terug van de kapper?
Allemaal vragen, maar de afloop lijkt bekend.

Dag 17 Albacete-Puente de Génave

Het lijkt er op dat er zich bij ons een voorliefde aan het ontwikkelen is voor hotels die ergens verdwaald langs de kant van de weg staan. Is de wetenschap dat er in de directe omgeving helemaal niets opwindends te beleven valt de rust die we nodig hebben na een dag hard werken?
In Huesca hadden we een prima overnachting ver van de stad in een hotel langs een N weg. De Spaanse Basil Fawlty had de touwtjes stevig in handen en zijn twee vrouwelijke assistenten goed in de hand, hoewel we hier en daar opstandige bewegingen waarnamen. Hij serveerde een geweldige maaltijd. De beste van de hele reis tot nu toe.
Het hotel van vandaag ligt misschien nog wel meer geïsoleerd langs een zeer rustig deel van de N322 een kilometer of twee voor Puente de Génave. Het heeft 2 sterren minder dan het Gran Hotel Albecete (****) waar we de afgelopen nacht logeerden. En natuurlijk is de badkamer minder luxe, en natuurlijk zit er een klein bruin randje onder aan het douchegordijn. Ook de grote noodtelefoon in de lift naar de 2 verdiepingen die het hotel kent doet het ergste vrezen. Het zwembadwater is groener dan het gras in de omgeving. De inrichting van de kamers is niet anders dan sober te noemen. Het business centre is wel erg compact, maar wie gebruikt zoiets nog? De hotelreceptie is gesloten (maar dat kan aan het seizoen liggen). De sleutels en de airco-afstandsbediening worden nu van onder de bar gehaald. Kortom, je zou met de ogen van de verwende reiziger dit onderkomen gemakkelijk met enig dedain kunnen bekijken. Toch is het een fantastische plek. Wat maakt het zo aantrekkelijk hier? Is het de authenticiteit? Het feit dat er geen enkele poging is gedaan om te behagen? Omdat alles precies is wat het is? Dat zou het kunnen zijn.
Een verschil met het Gran Hotel Albacete waar het prachtige gebouw (dat overigens voor de helft leeg stond) door een binnenhuisarchitect(e) zodanig is ingericht dat het zich in niets onderscheidt van een bankgebouw in een middelgrote stad in Nederland. Van het karakter waar het hotel waarschijnlijk ooit beroemd om was is van binnen niets meer terug te vinden. (We moeten even kwijt dat we het niet vertrouwden dat het hotel met zijn prijzige kamers volgeboekt was. We zijn de enige gasten in de ontbijtruimte vanochtend. Even komt de gedachte op dat het hotel misschien wel eens gebaseerd zou kunnen zijn op een andere financiële constructie dan het verhuren van kamers. Maar die gedachte verwerpen we meteen)
Terug naar de N322: Het hotel heeft een buurman met een metaalwerkplaats waar hij auto's en landbouwwerktuigen repareert. Zo te zien verwezenlijkt hij ook dromen. Op zijn terrein staan ijzeren herten en andere dieren die we in het wild niet hebben gezien en een beeld van een bevallige dame bij een put temidden van felgekleurde motorblokken. Hij heeft zonder twijfel al zijn onbruikbare onderdelen ter beschikking gesteld aan de metselaar die met veel liefde en toewijding de gevels van het hotel heeft gedecoreerd. Overal zien we tandwielen, carburateurs, zuigerstangen en cilinders verwerkt in het siermetselwerk. We weten niet of sommige ervan verwijzen naar de naam van het hotel: Don Juan. Ik speur naar verborgen symboliek. Met zijn geprononceerde vorm is de ingebouwde trekhaak waarschijnlijk wat te voor de hand liggend.
Het hotel voert naast Hotel Don Juan overigens ook de naam Hotel D.Juan. Dus misschien heeft de beroemde vrouwenverleider er wel helemaal niets mee te maken.

Dag 16 Cuenca-Albacete

De taxirit van Hotel Alfonso VIII naar Plaza Alfonso VIII bij de ingang van Plaza Mayor is een rit om niet snel te vergeten. Een chagrijnige chauffeur die zonder twijfel een oom van de beroemde Spaanse F1 coureur Fernando Alonso is sleurt zijn Seat GT met een onmogelijke snelheid door de nauwe en bochtige straten de heuvel op naar het centrum van de middeleeuwse binnenstad. Mensen staan als versteend aan de kant van de weg , kinderen worden in paniek het trottoir op getrokken, handtasjes worden zonder pardon uit dameshanden gereden, parfumflesjes sneuvelen. We denken nog dat hij zonder aarzelen de steile trappen richting kathedraal op zal rijden, maar op het allerlaatste moment slaat hij een met gierende banden linksaf een nauwelijks 2 meter brede straat in waar zijn bolide maar net doorheen kan. Het stratencircuit van Monaco is voor deze man een riante boulevard. Als de ritprijs gebaseerd zou zijn op de tijd in plaats van afstand zouden we waarschijnlijk slechts eentiende van de €4,50 hebben hoeven afrekenen. We geven € 2,50 fooi, deels uit opluchting om de auto te mogen verlaten, deels als amusementsbelasting.
Bij het afrekenen snauwt de chauffeur zijn nieuwe klant door de telefoon toe dat hij wel erg moet opschieten om nog mee terug te kunnen rijden. Wij besluiten terug te lopen.
De binnenstad van Cuenca staat sinds 1966 op de lijst van Werelderfgoed van Unesco.
De september feesten hebben hun oorsprong in de Middeleeuwen om de overwinning van Alfonso VIII op de Moren te vieren. We vinden een prachtige plek aan de voet van de kathedraal (eerste Gothische kathedraal in Spanje, 12e Eeuw) om te eten en er trekt een stoet Middeleeuwers aan ons voorbij. Inclusief een ganzenhoeder. Gelukkig missen we het stierenvechten met jonge stieren op het kerkplein.
Nadat we vroeg in de ochtend de 2.000 km grens zijn gepasseerd komen we rond vijf uur aan in Albacete. Hier is geen hotelkamer meer te vinden (wij hebben gelukkig in Maart al gereserveerd) omdat ook deze stad feestviert. De Feria de Albacete is van oorsprong een rurale jaarmarkt die draait om de verering van de Maagd van de Vlakten - Virgen de los Llanos (bron Wikipedia).
Rond een uur of zes knalt er een kwartier lang een hels vuurwerk vanuit de richting van de kathedraal. Van het werkelijke feest is op het plein voor het hotel nog niet veel te merken om half negen 's avonds. Het zal, zoals meestal in Spanje, wel veel later beginnen .
Ik denk dat wij eerder in bed zullen liggen dan de Maagd van de Vlakten.


Dag 15 Teruel-Cuenca

Fietsen door Spanje is een veeleisende onderneming, meestal ruimschoots beloond door de overweldigende natuur, de imposante kastelen, de stille dorpen en de levendige steden. En niet te vergeten de benzinestations onderweg met koele blikjes Naranja en Vichy Catalan.
Maar het is ook een logistieke uitdaging.
De tijdsduur van een rit is cruciaal voor de indeling van de dag, waarbij naast de te verwachten fietstijd, ook het oponthoud voor het kaartlezen, de stops bij de volgwagen en eventuele materiaalpech belangrijke parameters zijn.
Een lastige rekensom. Vaak zijn de kilometeraanduidingen tussen de steden slechts een indicatie. Tot nu toe is het bijna iedere dag voorgekomen dat we de totaalafstand met 15-20% overschrijden. Na kilometers fietsen blijkt de de volgende stad niet zelden verder weg te liggen dan een half uur daarvoor (we fietsen meestal in de juiste richting).
De planning van de maaltijden, van essentieel belang voor onze prestaties wordt hierdoor nogal problematisch. We hebben ons er al bij neergelegd dat we de comida (14;00-16:00 uur) niet halen. Dat betekent dat we pas bij de cena (21:00-23:00 uur) aan tafel kunnen.
Als we vroeg vertrekken en profiteren van de relatief koele eerste uren van de dag, zouden we de tijd moeten hebben om te herstellen voordat de soep wordt opgediend. Als we later vertrekken kunnen we de ochtend na de late maaltijd rustig aan doen en bij aankomst na douche en verzorging meteen aanschuiven.
Tot op heden is elke strategie mislukt. We zijn meestal veel te vroeg uit bed en veel te laat op onze bestemming.
Vandaag reden we weer een kleine 150 km over de Spaanse prairie: hooggelegen, heet en met veel wind, meestal tegen.
We gaan niemand lastig vallen met verhalen over ons lijden. Misschien komen die nog. Maar de uitspraak van Ad vandaag is zeker illustratief 'Als ik 's morgens wakker word denk ik er alweer aan dat ik 's avonds lekker in bed kan gaan liggen'. Het was niet ver van onze laatste stop in het stadje Fuentes. We moesten allemaal even denken aan dokter Eufemiano Fuentes en wat voor wonderen hij in onze hotelkamers zou kunnen verrichten.